Afscheid nemen,
ik ben er niet zo goed in. Als mijn zoontje in de vakanties naar zijn vader
gaat ben ik elke keer weer van slag, en vooral in de zomervakantie als het echt
voor een paar weken is. Al is het al jaren zo en weet ik dat hij daar in de
beste handen is die ik me kan wensen, ik blijf dat een rotmoment vinden waarbij
ik moet schakelen en wennen aan weer even zonder hem zijn. En ook afscheid
nemen van mensen die op reis gaan, op werk van mensen waar je graag mee samen
werkt, van een fijne vakantieplek, van stukgelopen liefdes, van dierbaren die
dood gaan, het zijn niet mijn favoriete momenten.
Het enige
afscheid waar ik wel vrede mee heb is als een kind dat ik op zitting heb gehad
de zaal uit loopt en je het idee hebt dat dat de laatste keer was. Dat hij of
zij echt heeft laten merken dat het leven gebeterd gaat worden. En dus is het
weerzien van hen ook één van de weinige ontmoetingen die ik niet leuk vind. Als
de “nice try” niet goed is gegaan. De afgelopen periode schreef ik over Destiny
en over een 17-jarige jongen die zijn leven grotendeels al had doorgebracht in
kindertehuizen omdat zijn ouders vast zaten. Een jongen die geen vertrouwen
meer had in volwassenen. Zowel Destiny als de jongen heb ik intussen weer voor
mijn neus gehad in de zittingszaal. Destiny had weer diverse winkeldiefstallen
gepleegd. Ze was steeds verder aan het afglijden en op cruciale momenten had ze
duidelijk niet zichzelf de vraag gesteld wat Beyoncé zou doen in die situatie.
En toch vind ik dat je zo’n meisje dan niet in de steek moet laten en de feiten
maar sec moet afstraffen. Ze moet, als het even kan, verder onderzocht worden
en nog intensiever begeleid worden. Nog beter maatwerk. Ze is nog geen 18, ze
heeft nog een heel leven voor zich.
De jongen was
weer gepakt met een gestolen fiets. De een na laatste keer dat ik hem zag zou
hij voor enige tijd naar het buitenland gaan om daar in een begeleid project te
werken, weg te zijn van alles en zichzelf weer een beetje terug te vinden. De
laatste keer kwam hij op zitting en was de avond daarvoor terug gekomen van
zijn buitenlandse avontuur. Het feit waar hij zich voor moest verantwoorden was
nog van voor zijn reis en ik had goede hoop hem opgeknapt en met frisse moed te
treffen. Het tegendeel was waar, ik had hem van de diverse keren dat hij voor
mijn neus was verschenen nog nooit zo slecht en gedemotiveerd gezien. Hij wilde
niets, was moe, vond het werk dat intussen voor hem was geregeld in Nederland
saai. Dat had hij namelijk ook in het buitenland gedaan. Het enige wat hij
wilde was zich richten op voetbal. Ik heb hem gemeld dat ik niet verwachtte dat
hij op zijn leeftijd nog kon beginnen aan een dagvullende voetbalcarrière, dus
dat er echt iets anders moest gebeuren. Ik gaf aan dat bij hem me wel het gevoel
bekroop dat alles wel zo’n beetje geprobeerd was. Over twee weken wordt hij
achttien. Ik heb zijn naam doorgegeven aan mijn collega’s die zich ontfermen
over de volwassen veelplegers. Ik zal hem niet snel meer zien denk ik, maar
mijn collega’s wel. Geen good in goodbye.

Het zou wel wat voor je zijn als je gaat schrijven als meeschrijver-columnist bij "Dichtbij",
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.dichtbij.nl/amsterdam-centrum/home/amsterdam-centrum.aspx?pr=1&cid=1649
en iedere week een column schrijft.
Dan heb je het snelste, makkelijkste, meeste publiek,
als je ook de columns nog in een andere editie van hun schrijft.
Dus iedere week, mét foto, niet ál te lang, en niet in de ik-vorm, raad ik je.
Succes.
Groet.
Jules.