Daar was ie weer... de dood. Ik zat met 29 anderen in een moderne kerk. Voorin stond een witte kist met prachtige witte bloemen erop en omheen. De eerste corona-dode in mijn directe omgeving. De vader van mijn schoonzus. Het ene moment was hij nog gezond en wel met mijn moeder op de verjaardag van mijn neefje geweest, negen dagen later werd hij opgenomen in het ziekenhuis met de mededeling dat het allemaal wel goed zou komen, nog negen dagen later overleed hij.
Ik zat bij een tafel met twee vriendinnen van mijn schoonzus. Kop thee in mijn handen, zakdoeken in mijn zak voor het geval dat. Mijn broer vertelde wat de dominee eigenlijk had willen zeggen. Omdat de dominee zelf tot de zeer kwetsbaren behoorde en dus geen gezondheidsrisico's wilde nemen, had hij zijn woorden op papier gezet en las mijn broer die voor.
Ik was de enige van de familie, de rest keek via de livestream. Een begrafenis via een livestream... intussen vinden we dat normaal. Maar voor corona was dat echt niet zo gebruikelijk. In de ochtend had ik een zitting voorbereid. Een zaak uit het pré-corona-tijdperk. Een bestuurder van een vrachtwagen met oplegger was op een busbaan terecht gekomen en was met een snelheid van bijna 50 km/u een kruispunt opgereden. Het rode stoplicht had hij over het hoofd gezien en hij had een bestelbusje dat van rechts kwam, en groen verkeerslicht had gehad, vol in de flank geraakt. De 51-jarige bestuurder van het bestelbusje was overleden. Velen waren getuigen geweest van het ongeval.
De politie deed uitgebreid onderzoek naar het voorval. De getuigen werden gehoord, er werd onderzoek gedaan naar de technische staat van de voertuigen ten tijde van het ongeluk, er werden gegevens opgevraagd van de verkeerslichten zodat inzichtelijk werd hoe lang het rode en groene licht al brandden, er werden berekeningen gedaan over de gereden snelheid, de doodsoorzaak van het slachtoffer werd vastgesteld, en uiteraard werd de verdachte gehoord. Al die gegevens werden op papier samengevoegd en zo vormde zich het strafdossier.
In zo'n geval krijgen we na het afronden van het onderzoek bij het openbaar ministerie het dossier van de zaak binnen en wordt de zaak beoordeeld. Indien we vinden dat er inderdaad sprake is van een strafbaar feit wordt er besloten de verdachte te vervolgen. We maken een tenlastelegging, dat is de tekst die op de dagvaarding komt en beschrijft waar een verdachte van beschuldigd wordt. De (advocaat van de) verdachte krijgt dan de kans, aan de hand van het dossier, om van zijn kant nog onderzoekswensen in te dienen. Als officier van justitie beoordeel ik die onderzoekswensen. En als ik vind dat ze niet ter zake doende zijn, en de verzoeken dus afwijs, kan een advocaat zich wenden tot de rechter-commissaris (de onderzoeksrechter) die dan onafhankelijk beslist of de onderzoekswensen alsnog uitgevoerd moeten worden.
In de aanloop naar de zitting was de advocaat van de verdachte in deze zaak onder andere met het verzoek gekomen om de telefoon van het slachtoffer te laten onderzoeken want mogelijk zou hij tijdens het rijden het apparaat in zijn handen hebben gehad en gebruikt hebben. Ook wilde hij dat er nog onderzocht werd of het feit dat het slachtoffer zijn autogordel niet om had gehad van invloed was geweest op zijn overlijden. Ik zag de noodzaak van dit nader onderzoek niet in. Of het slachtoffer bezig was geweest met zijn telefoon leek me niet ter zake doende. Het slachtoffer was immers door groen gereden en had geen verkeersfouten gemaakt. Het ongeval had plaats gevonden door het verkeersgedrag van de verdachte, namelijk door rood rijden, op een busbaan waar hij niet mocht rijden, en dan ook nog veel te hard voor de situatie ter plaatse. En het verband tussen het dragen van de gordel en de dood van het slachtoffer leek me ook niet relevant, want al had hij zijn gordel om gehad, daarmee was nog niet bevestigd dat hij de aanrijding dan overleefd zou hebben. De vrachtwagen had de bestelbus exact op de plek waar de bestuurder zat geraakt. Kortom, ik deelde mee dat ik dit onderzoek niet zou laten uitvoeren. De advocaat richtte zich tot de rechter-commissaris maar ook die vond de verzoeken niet nodig en wees ze af. De zitting zou dus gaan plaats vinden op basis van het dossier zoals dat er lag.
De verdachte in de verkeerszaak was zeer schuldbewust. Dat bleek al uit het dossier maar dat bleek ook op zitting. Ik maak het anders mee in dit soort zaken. In zijn jonge jaren had hij veel strafbare feiten gepleegd en was hij verslaafd geweest aan harddrugs, todat hij een vriendin kreeg. Dat had zijn leven voorgoed veranderd, hem het licht laten zien en nu lag al het kwade ver achter hem. De liefde had hem duidelijk op het rechte pad gebracht. Intussen was hij trotse vader van twee kinderen en gelukkig samen met de moeder van de twee. Hij was tot rust gekomen. Hij vertelde vlak na het ongeval contact te hebben gehad met de zoon van het slachtoffer. Deze zoon had hem gezegd dat de familie hem vergeven had, en dat had hem zichtbaar geraakt en opgelucht.Er werd liefdevol gesproken over de vader van mijn schoonzus. Ik kende hem niet heel goed maar begreep waarom hij geliefd was. Ik kende hem als een rustige geïnteresseerde intelligente man. Tijdens de mooie woorden overviel me een serene rust. Ik realiseerde me dat de dood in mijn omgeving, me de laatste jaren, naast het verdriet, ook zoveel geleerd had. Dat het me dichter bij mezelf had gebracht, me krachtiger had gemaakt, dat het me steeds meer inzicht had gegeven in wie ik ben en me steeds meer innerlijke rust bezorgde. De dood maakt je misschien wel milder, maakt je misschien wel vergevingsgezinder. Wie weet was dat ook het effect dat de familie van het slachtoffer had ervaren. In ieder geval hadden ze de kracht gehad om de verdachte zijn verkeersfouten te vergeven.
Als een donkere schaduw volgt de dood het leven, dichtbij of verder achterop, maar altijd en overal. Zelfs op een met verkeerslichten bewaakt kruispunt aan de rand van een bedrijventerrein in een kleine voorstad. Of mag ik zeggen juíst.
BeantwoordenVerwijderenOndanks het groene verkeerslicht, werd het slachtoffer aangereden door een gedesoriënteerde vrachtwagenchauffeur en dat kreeg de donkere schaduw gelegenheid om het leven van deze chauffeur in te halen.
Doorgaans wordt dit soort rechtszaken goed bezocht door rouwende en boze achterblijvers en die krijgen natuurlijk voorrang bij de verdeling van de schaarse zitplaatsen (1,5 meter maatregel). Toch kreeg ik groen licht om deze zitting bij te wonen. Naast de vaste professionals (juridisch en journalistiek), deelde ik de beschikbare zitplaatsen met de verdachte, diens advocaat en zijn werkgever. Juist de afwezigheid van alle nabestaanden, gecombineerd met hun bijzondere verhaal uit de mond van de al even bijzondere verdachte, maakte hen de te aanweziger.
Op dit kruispunt stopten meerdere levens, maar gingen, op één na, ook weer verder, vol verdriet, gemis, angst, schuldbesef en vele vragen (Wat als....). Een goede officier van justitie kan ratio nooit los zien van emotie en Gabriëlle heeft beide in haar requisitoir vertaald in een prachtige 'Salomons-eis'. Ik zie uit naar een dito uitspraak. De dood maakt boos, maar soms ook mild.