"Advice ForThe Young At Heart"

"Ik word er heel verdrietig van als je zo doet. Dit moet jou toch ook een vervelend gevoel geven?" "Jammer dan, jouw probleem! Interesseert me niets, ik wil er niet over praten. Kun je weg gaan?" Pubers die een muur optrekken, erachter verdwijnen en door de muur steeds hoger en hoger op te trekken misschien wel niet meer durven of weten hoe ze erachter vandaan moeten komen. Ik maak het in mijn privé-omgeving mee, maar zie het ook in de rechtszaal gebeuren. 

Pas geleden moest ik voor een collega die in quarantaine belandde plotseling een zitting overnemen. Het ging om drie minderjarige jongens die zich schuldig hadden gemaakt aan cybercrime. De jongste was het brein geweest. Hij was 13/14 jaar oud ten tijde van het plegen van de feiten, de andere twee, broertjes, waren 15 en 17. De broertjes waren ieder maar bij één geval betrokken geweest. 

Slachtoffers werden met een wisselende smoes bewogen om op een link te klikken, waarna ze op een phishing-site terecht kwamen. In twee gevallen werd er ook daadwerkelijk geld buitgemaakt. In twee andere gevallen wist de bank op tijd in te grijpen waardoor dit werd voorkomen. Bij de jongens werden telefoons en computers in beslag genomen en uit alles wat daarop werd aangetroffen bleek dat de 14-jarige jongen een periode van een aantal maanden met verschillende anderen heel actief was met het verzinnen en uitvoeren van manieren om slachtoffers te phishen. Daarvoor beheerde hij de phishingsites en had hij contact met mensen die hem konden helpen aan een rekening van een money-mule om het geld van het slachtoffer naartoe te sluizen. Daarnaast gebruikte hij technische hulpmidddelen bedoeld om toegang te kunnen krijgen tot servers van Logius/DigiD, wat ook daadwerkelijk vanaf zijn IP-adres was geprobeerd maar niet gelukt. Hoewel een beperkt aantal gevallen van phishing bewezen konden worden, kwam de jongen in de chatgesprekken naar voren als een professionele internet-crimineel in de dop.

De twee broertjes bekenden ieder op zitting waar ze van beschuldigd werden, ze hadden spijt en vonden zelf ook wel dat ze hiervoor straf verdienden. Eerder hadden ze nog niet bekend, maar ze kwamen naar de zittingszaal toe met de intentie daar toch wel het echte verhaal te vertellen. De jongste jongen bleef echter ontkennen. De voorzitter van de meervoudige kamer vertelde de jongen nog eens uitgebreid welke bewijsmiddelen er in het dossier zaten maar hij hield voet bij stuk. "Als gebeurd is zoals het op papier staat zou ik wel spijt hebben" maar erkennen dat het gebeurd was deed hij niet. Hij zat duidelijk vast in dat wat hij eerder had verklaard. En een andere weg inslaan was hij niet van plan..

Ik vind het altijd interessant dat dan duidelijk de verschillende rollen van rechters en officieren zichtbaar worden. De rechter kan op zo'n moment niet zeggen dat hij of zij vindt dat het bewijs er duimendik ligt en dat de verdachte zit te liegen. Dan toont een rechter dat hij of zij vooringenomen is en dat is een reden voor de verdediging om te vragen om een wraking (wraking = procedure waarin de verdediging verzoekt om een andere rechter de zaak te laten beoordelen omdat de rechter die de zaak aan het behandelen is partijdig zou zijn). Als officier kan ik dat wel, dus toen ik vragen moest stellen besloot ik de jongen eens stevig toe te spreken. "Als het gebeurd is zoals het op papier staat zou ik spijt hebben?? Wat er op papier staat liegt er niet om, en alle bewijsmiddelen wijzen jouw kant op... wat denk je nou? Dat je door te ontkennen ermee weg kan komen? Wordt het niet tijd dat je eerlijk vertelt hoe het is gegaan?" Het werd stil en de advocate sprak op fluisterende toon even met de jongen. "Ja, ok...." kwam er toen uit zijn mond. Blijkbaar was hem streng toespreken het laatste zetje dat hij nodig had om achter zijn muur vandaan te komen. Hij bekende alle feiten en ik vertelde hem dat ik dat een wijze en vooral ook dappere en stoere beslissing vond. Ik zei ook tegen zijn vader, die achterin de zaal zat, dat ik het goed zou begrijpen als de man schrok van wat zijn zoon bekende, maar dat hij ook trots op hem mocht zijn dat hij uiteindelijk wel eerlijk was. Ik eiste een straf die lager was dan ik aanvankelijk in gedachte had. 

Als kinderen de stap wagen om achter die muur vandaan te komen vind ik dat iets om te prijzen. Voor veel kinderen is je kwetsbaar opstellen, toegeven dat je misschien toch iets hebt gedaan wat niet ok is, of toch vertellen wat je voelt of denkt bij sommige situaties, iets heel ingewikkelds. Ik zie regelmatig puberbreinen die vinden dat kwetsbaarheid iets is voor losers, huilen of hulp vragen een zwaktebod is en fouten erkennen of je mening bijstellen een nederlaag. Dan maar liever koppig blijven en de muur hoger en hoger optrekken. En praten over gevoelens is daarbij ook echt suf en stom. Ik heb thuis meegemaakt dat ik tegen die pubermuur opliep. Gelukkig was het maar een korte periode maar ik kwam er even echt niet doorheen en het dreef me soms tot wanhoop. Hoe fijn was het toen ik een paar tips kreeg van een kinderpsycholoog en daardoor er weer een open contact ontstond. En nog mooier om te merken dat mijn kind er zoveel relaxter van werd toen hij zelf al snel door kreeg dat het fijn is om af en toe te vertellen wat je dwars zit, ook als dat komt door dingen die ik doe of zeg, en ook als hij dat soms meerdere keren moet herhalen (ik ben nou eenmaal ook maar een mens). Omdat je dan samen kan uitwisselen wat het bij jou en bij de ander veroorzaakt, begrip voor elkaar kan opbrengen, kan zoeken naar een oplossing, samen kan bedenken wat er nodig zou kunnen zijn om rotgevoelens het hoofd te bieden en samen kan praten over de dingen die hem bezig houden. 

Toen ik afgelopen zaterdag van vrienden naar huis fietste en een telefoontje kreeg van zoonlief of ik ook op weg was naar huis was ik blij verrast. Eenmaal thuis zat hij op me te wachten op de bank... ik had mijn jas nog niet uit of hij brandde los. Er zat hem duidelijk iets dwars door wat zich die avond had afgespeeld...Er was geen muur, geen koppigheid, maar een 17-jarige jongen die vertelde wat hij voelde en zich kwetsbaar opstelde... stoer, dapper en niet bang. Dus we bespraken hoe hij dit probleem aan kon pakken en wat dit alles met zijn gevoel deed. Hij weet intussen wat de kracht van kwetsbaarheid is. Hier zit een trotse moeder!    


Reacties

  1. Mooi weer, Gabrielle, hoe je voor de buitenwereld de binnenwereld van de rechtszaal weer verbindt met die buitenwereld en als je dan deze boodschap van Dick Swaab https://www.youtube.com/watch?v=UX8rPx8BnVA daarbij voegt, dan mag deze trotse moeder zich gelukkig prijzen met de wetenschap dat het overgaat, en de(ze) OVJ realiseert zich terdege, net als de leraren in de video, dat dit niet de laatste drie boefjes voor het hekje waren.............Ik geloof, zo bezien, dat de puber het anno 2022 bepaald niet makkelijk heeft in een steeds ingewikkelder wordende wereld. Ik geef het je te doen, om thans puber te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een jaar geleden vertelde mijn 13-jarige zoon dat vrienden van hem bij de zelfbedieningskassa niet altijd alles afrekenen. Hij vond het stoer en grappig. Als rechercheur wil je van je kind zoiets natuurlijk niet horen. Ik fronste mijn wenkbrauwen, duidelijk zichtbaar voor hem. Een gesprek aangaan leek me overbodig.
    Onlangs werd ik door de manager van een supermarkt, nota bene van binnen mijn werkgebied, gebeld. Hij vertelde dat mijn zoon een van de twee blikjes fris niet had afgerekend en aan hem een winkelverbod was opgelegd. Boos en met name teleurgesteld wachtte ik hem op.
    Eenmaal thuis deed hij verslag, hij zou per abuis het blikje voor een vriend niet hebben afgerekend.
    Wederom fronste ik mijn wenkbrauwen, maar keek hem dit keer ook zeer indringend aan. Dit bleek afdoende te zijn, waarna het gesprek uiteindelijk toch maar eens gevoerd werd. Had ik dat maar eerder gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een jaar geleden vertelde mijn 13-jarige zoon dat vrienden van hem bij de zelfbedieningskassa niet altijd alles afrekenen. Hij vond het stoer en grappig. Als rechercheur wil je van je kind zoiets natuurlijk niet horen. Ik fronste mijn wenkbrauwen, duidelijk zichtbaar voor hem. Een gesprek aangaan leek me overbodig.
    Onlangs werd ik door de manager van een supermarkt, nota bene van binnen mijn werkgebied, gebeld. Hij vertelde dat mijn zoon een van de twee blikjes fris niet had afgerekend en aan hem een winkelverbod was opgelegd. Boos en met name teleurgesteld wachtte ik hem op.
    Eenmaal thuis deed hij verslag, hij zou per abuis het blikje voor een vriend niet hebben afgerekend.
    Wederom fronste ik mijn wenkbrauwen, maar keek hem dit keer ook zeer indringend aan. Dit bleek afdoende te zijn, waarna het gesprek uiteindelijk toch maar eens gevoerd werd. Had ik dat maar eerder gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten